woensdag 5 september 2012


De beer is los in de Pyreneeën

 
Er leven beren in de Pyreneeën. Geen echte Pyreneese beren, maar import uit Slovenië. In 2006 zijn in de centrale Franse Pyreneeën vijf beren uitgezet. Vier vrouwtjes en een mannetje. Het uitzetten was in feite een reactie op het doodschieten in november 2004 van het laatste vrouwtje onder de Pyreneese beren. Zelfs de allerlaatste beren bleken niet veilig voor de mens. De dood van het laatste vrouwtje veroorzaakte de nodige commotie en het uitzetten van beren, waarover al jaren werd gepraat, kon niet uitblijven. Vijf beren. Na een jaar was één beer doodgereden, had een andere een noodlottige val gemaakt en was een derde in zijn poot geschoten door een jager die iets zag bewegen in het struikgewas en op goed geluk begon te schieten. Tussen de bedrijven door planten de beren zich ook nog voort. Samen met eerder uitgezette beren of nakomelingen daarvan proberen ze er het beste van te maken. Vorig jaar heeft men twintig beren geteld in de Pyreneeën. Dat is bepaald geen levensvatbare populatie en biologen, natuurbeschermers en anderen die de beren een warm hart toedragen hopen dan ook dat er meer beren worden uitgezet. Plaatselijke bevolking, herders en jagers hopen dat dat niet gebeurt. Voor- en tegenstanders staan lijnrecht tegenover elkaar en bewerken de politici die de moed niet hebben om een beslissing te nemen. Een hopeloze situatie. Ik vrees dat het met de beren nooit echt iets zal worden in de Pyreneeën. Vergis je niet in de diepgewortelde haat die er in de Pyreneeën bestaat tegen de beer. De uitspraak “non ours” is in mijn streek, de Couserans, niet voor niks overal op de weg gekalkt.

Ach, er zullen altijd wel een paar beren in de Pyreneeën leven, maar de door de biologen gewenste populatie zie ik niet komen. Voorlopig blijven het enkele exemplaren, die zich angstvallig verborgen houden voor de mens. De kans dat wandelaars een beer in het vizier krijgen, is verwaarloosbaar klein. In de Couserans heb je nog de meeste kans.15 van de 20 beren bevinden zich in deze dunbevolkte streek. Ik hou mezelf voor dat ik vroeg of laat een beer zal zien tijdens een wandeling. Wat zal er dan gebeuren? Niet veel waarschijnlijk. Ik denk dat we allebei bang zullen zijn, de beer en ik. Even zullen we elkaar verschrikt aankijken, waarna de beer in het bos zal verdwijnen. Ik hoop dat ik de tegenwoordigheid van geest zal hebben om een foto te maken. En die foto stuur ik dan op naar de Wandelkrant. Ja, dat doe ik.